maandag 1 maart 2010

enkel

Toen ik tien was heb ik mijn enkel zwaar gekneusd tijdens een zomerse dag in het zwembad. Daar brachten wij elke zonnige dag het liefst door. Met een groep fietsten we tussen de weilanden door naar het buitenbad. Als we geluk hadden werden de weilanden gesproeid en konden we alvast een voorproefje nemen op het verkoelende water.
In het zwembad aangekomen ravotten we de hele dag in het water, lagen we in het gras en kochten we snoepjes aan de bar. Those were the times.
Naast diverse baden, glijbanen en duikplanken was er in het zwembad ook een grote trampoline waarop je in je eentje helemaal uit je dak mocht gaan. Maar dat gebeurde natuurlijk nooit. Er werd altijd met tien kinderen tegelijkertijd gesprongen. Ik heb aan den lijve ondervonden waarom je maar in je eentje mocht...
Enthousiast in de grote drukte springend werd ik langzaam naar de zijkant gedreven en kwam ik jammerlijk met mijn enkel vast te zitten tussen de springveren. Au! Vooral als de overige kinderen nog gewoon door springen.
Snel werd ik een auto ingedragen en naar het ziekenhuis gebracht. Daar bleek de enkel niet gebroken, maar zwaar gekneusd. Wel was er een stukje bot van mijn enkel afgebroken en dat zwerft tot op de dag van vandaag in mijn enkel rond. Officieel wel gebroken, vond ik dus. Het moest ook in het gips, dus dan lijkt het sowieso indrukwekkend.
Bij ons leefde de hele school altijd op als iemand een been in het gips had. Een gipsen been betekende krukken en daar kon je mee spelen. Ik verheugde me er al op! Echter, bleek al snel dat krukken velen malen leuker zijn als ze van iemand anders zijn. En als je je beide benen wel gewoon kunt gebruiken. De lol is er heel snel af als je afhankelijk bent van die krengen. Dan moet je ineens met je armen lopen.
Had ik al verteld dat het warm was? Warmte en gips staan gelijk aan jeuk. Dit stoere gipsen been werd steeds minder aantrekkelijk.
Een volgende desillusie volgde toen bleek dat ik gedurende het schoolreisje, toch het hoogtepunt van het schooljaar, nog aan het gips gekluisterd zou zitten. Helemaal toen ik hoorde waar de reis heenging. De Holterberg. Jawel, je leest het goed. Een berg. Op krukken.
De 'geweldige' reis zou vervolgd worden met een bezoekje aan een kaarsenmakerij en de dag zou afgesloten worden bij een forellenkwekerij. Dit alles was nog wel draaglijk geweest als ik had kunnen lopen. Niet per se leuk, maar wel te doen.
Nu bleek de berg een uitdaging. Bij de kaarsenmakerij bleek ik zittend niet over de rand van de ton met het kaarsvet waarin wij een lont moesten dopen te kunnen kijken. En de speeltuin die naast de forellenkwekerij zat en naar mij lonkte was nu natuurlijk alleen maar pijnlijk.
Het was een dag om nooit te vergeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten