maandag 15 maart 2010

honger

Ik ben best vaak hongerig. Drie maaltijden per dag gaan er met gemak in. En dan ben ik ook nog wel te porren voor de nodige tussendoortjes. Een zak drop. Of chips. Koekjes. Stokbroodjes met lekkere dingen. En natuurlijk taart. Taart.
Niemand is echter zo hongerig als mijn kat Dude. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat staat zijn leven in het teken van het bemachtigen van zoveel mogelijk voedsel. Vierentwintig uur per dag is hij hysterisch op zoek naar eten. Als ik 's ochtends de woonkamer inloop gaat hij vast in de gang zitten, omdat hij weet dat hij daar moet blijven. Zou ik hem mee naar de keuken laten lopen dan kan hij zichzelf niet in bedwang houden. Dan moet en zal hij voortdurend op het aanrecht springen om maar zo snel en zo dicht mogelijk bij de glorieuze maaltijd te komen. Dat doen we dus niet meer.
Hij stelt zich nu dus alvast in de gang op en kijkt geïrriteerd toe hoe zijn minder op eten beluste broertje James zich eerst uitgebreid aan mijn voeten werpt om eens flink geknuffeld te worden. Als blikken konden doden...
Wanneer het eten er dan uiteindelijk is stort hij zich erop alsof hij in geen weken iets te eten heeft gehad. Zo snel mogelijk schrokt hij alles naar binnen. Vervolgens belaagt hij zijn broertje. Eerst nog subtiel, maar al vrij snel weet hij James met enige dwang opzij te duwen. Meer eten.
Na het eten is Dude meestal een half uurtje rustig. Wanneer ik echter aanstalten maak de keuken in te gaan zorgt hij er uiteraard voor daar eerder aan te komen dan ik. Hij gelooft namelijk dat omdat zijn hele dag in het teken van eten staat, mijn leven waarschijnlijk in het teken staat van het zoeken naar eten voor hem. Hij is niet het slimme katje.
Het moge duidelijk zijn dat ik nooit of te nimmer eten onbeheerd achter kan laten. In het begin onderschatte ik zijn eetlust wel eens. Geloofde ik dat hij bepaalde dingen niet als voedsel zou zien.
Keer op keer bewees hij het tegendeel. Ik weet nog goed dat mijn zusje vol afschuw uitriep: 'Mijn cola? Ik moet zelfs mijn cola verdedigen?'
Ook had ik niet verwacht dat hij de ongekookte rijst met zoveel plezier zou verorberen. Opvallend was de keer dat ik hem aantrof terwijl hij de pan waarin pasta gekookt was leegdronk alsof zijn leven ervan afhing.
Een van de mooiste momenten beleefde ik toen ik een stokbrood dat klaarlag om de oven in te gaan twee seconden mijn rug toekeerde. Hij greep zijn kans en wierp zich met zijn hele lichaam op het stokbrood. Hij was nog klein dus ik greep hem in zijn nekvel en tilde hem van het aanrecht af verwachtend dat hij het stokbrood wel los zou laten. Niets was echter minder waar. Met alle vier zijn pootjes hield hij het ongebakken stokbrood in een soort innige omhelzing en hij weigerde zijn buit op te geven. Grommend verdedigde hij zijn prooi. Met vereende krachten heb ik uiteindelijk het stokbrood in delen uit zijn klauwtjes weten te ontfutselen. Voor consumptie was het niet meer geschikt.
Inmiddels ben ik zeer bedreven in het verstoppen van voedsel. Kastjes zitten met tape dicht na de ochtend dat ik een pak spaghetti in de kattenbak vond en de afwas wordt verdeeld over de oven en de magnetron. 's Nachts blijft hij mooi in de woonkamer, want ik acht de kans niet uitgesloten dat hij in een vlaag van buitenaardse honger anders wel eens bij een van mijn vingerkootjes kan beginnen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten