dinsdag 30 maart 2010

acteur

Jaren geleden was ik met vriend D. een paar dagen naar Venetië. Ryanair gaf gratis vluchten door Europa weg, dus wij stonden vooraan in de rij. Vanaf Charlerois (dat dan weer wel) vlogen we naar het schone Venetië. Daar stonden ons een paar prachtige dagen te wachten.

Op onze laatste dag liepen we over het San Marcoplein waar een heuse filmset was verrezen. De productie was volop in touw. Overal liepen mensen dingen te regelen, camera's werden opgesteld en het geluid werd gecontroleerd. Ik had wel vaker een filmset gezien, maar vriend D. was danig onder de indruk. Hij wilde dolgraag het spektakel in ogenschouw nemen en probeerde me zelfs over te halen ons op te dringen bij de mensen die de figuranten begeleidden.

Ik had het geheel een tijdje geobserveerd en geconcludeerd dat onze laatste uren beter besteed konden worden dan met het kijken naar de opnames van een onbeduidende Italiaanse B-film. Het idee dat ik ook nog in dit ongetwijfeld belabberde product zou moeten figureren zag ik al helemaal niet zitten.

In de door vriend D. begeerde scene liep de hoofdpersoon pratend op de camera af. Onderwijl moesten de figuranten achter hem door het beeld lopen. Die glansrol zag vriend D. zich al innemen. De hoofdrol in de scene werd overigens gespeeld door een overduidelijk Italiaanse B-acteur van een bijzonder klein postuur. Ik voelde me zowaar groot(s) in zijn nabijheid. En ik ben echt heel erg klein.

Voor mij waren er heel weinig redenen veel aandacht aan deze oninteressante Italiaanse productie met ieniemienie hoofdpersoon te schenken. Mijn rol in het geheel leek ook niet onmiddellijk oscarwaardig materiaal op te gaan leveren, dus ik riep mijn veto uit. Een beetje bedremmeld volgde vriend D. me naar het zoveelste museum.

Terug in Amsterdam ontving ik al snel een mail van vriend D. Enig onderzoek op het wereldwijde web had hem verteld dat ik er volledig naast had gezeten. De Italiaanse B-productie bleek een Hollywood A-productie te zijn. En wel The Italian Job. De onbekende Italiaanse acteur met beperkte lichaamslengte bleek bij nader inzien de toch wel vrij bekende, maar nog steeds zeer kleine, Mark Wahlberg te zijn.

Dat heb ik nog heel lang moeten horen. Maandenlang viel hoon mij ten deel. Daarnaast heb ik vriend D. moeten beloven mij altijd onmiddellijk bij hem te melden zodra een van ons ergens een filmset ontwaart. Helaas zijn we die nooit meer tegengekomen. Die oscar laat nog even op zich wachten...

dinsdag 23 maart 2010

nieuwe vis

Afgelopen weekend stonden we stil bij het heuglijke feit dat vriendin K. weer een jaar ouder is geworden. Verjaardagen zijn altijd goed, omdat ze in de regel gepaard gaan met taart. Eigenlijk vind ik ook dat mensen best meerdere keren per jaar hun verjaardag mogen vieren. Of een feestje met taart mogen geven. Of mij spontaan mogen uitnodigen taart te komen nuttigen.

Vriend J. was ook van de partij op de fuif van K. Hij vertelde dat hij een nieuw huisdier had aangeschaft. Een week eerder had een van zijn vissen jammerlijk het leven gelaten. Om het gemis en de stilte op te vullen was hij op zoek gegaan naar een nieuwe komgenoot voor Spikkel. Hij pakte het grondig aan. Niet zomaar de eerste de beste vis kon zijn geliefde Kantjil vervangen!

Zijn zoektocht langs dierenwinkels eindigde bij Pets Place aan de Veemkade. Daar moest het gebeuren. Het stond al vast dat de nieuwe vis geen kopie van Kantjil mocht worden. Dan zou Kantjil zich zo snel vervangen voelen. Geen oranje sluierstaart dus. Dat beperkte de keus wel enigszins. Maar gelukkig bleek in een zee van oranje sluierstaarten ook een prachtig klein wit visje met een oranje vlek te zwemmen.
Liefde op het eerste gezicht. Inpakken en wegwezen.

Het is altijd spannend zo'n nieuw huisdier. Zeker als je vorige huisdier heel bijzonder was. Kantjil zwom altijd op z'n zij. Zou deze die slag ook beheersen? Kantjil had zijn voer graag geprakt. En deze? Het blijft toch afwachten of zo'n nieuw huisdier aan die torenhoge verwachtingen kan voldoen.

Eerst maar eens een naam verzinnen. Kantjil was ooit het favoriete Artisdier van J. Inmiddels is het kleine hertje aan de kant geschoven door de tapir. Maar het kleine witte visje voelde niet als een tapir. Dat werd niet de nieuwe naam.

Vriend J. houdt erg van exotische artisbeestjes, maar daarnaast heeft hij ook een voorliefde voor bijzondere televisieprogramma's. Zijn jongste liefde heet Style by jury. Ik dacht dat het gewoon weer een make-over-programma was, maar daarin vergiste ik mij deerlijk. Het is blijkbaar het beste make-over-programma allertijden. Als ode aan dit prachtige programma heet de vis nu naar de haarspecialist van de show, Johnny Cupello. Roepnaam: Johnny Cupello. Arme vis.

Voordat vriend J. met Johnny Cupello op huis aanging om hem kennis te laten maken met Spikkel en zijn nieuwe huis leek het hem een goed idee nog wat verder aan hun band te werken. Wat ga je echter ondernemen met je net aangeschafte vis? Van alle duizenden dingen die ze hadden kunnen doen koos hij mijns inziens niet de meest barmhartige. Hun kennismaking werd voortgezet bij de viskraam onder het genot van een broodje haring.

maandag 15 maart 2010

honger

Ik ben best vaak hongerig. Drie maaltijden per dag gaan er met gemak in. En dan ben ik ook nog wel te porren voor de nodige tussendoortjes. Een zak drop. Of chips. Koekjes. Stokbroodjes met lekkere dingen. En natuurlijk taart. Taart.
Niemand is echter zo hongerig als mijn kat Dude. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat staat zijn leven in het teken van het bemachtigen van zoveel mogelijk voedsel. Vierentwintig uur per dag is hij hysterisch op zoek naar eten. Als ik 's ochtends de woonkamer inloop gaat hij vast in de gang zitten, omdat hij weet dat hij daar moet blijven. Zou ik hem mee naar de keuken laten lopen dan kan hij zichzelf niet in bedwang houden. Dan moet en zal hij voortdurend op het aanrecht springen om maar zo snel en zo dicht mogelijk bij de glorieuze maaltijd te komen. Dat doen we dus niet meer.
Hij stelt zich nu dus alvast in de gang op en kijkt geïrriteerd toe hoe zijn minder op eten beluste broertje James zich eerst uitgebreid aan mijn voeten werpt om eens flink geknuffeld te worden. Als blikken konden doden...
Wanneer het eten er dan uiteindelijk is stort hij zich erop alsof hij in geen weken iets te eten heeft gehad. Zo snel mogelijk schrokt hij alles naar binnen. Vervolgens belaagt hij zijn broertje. Eerst nog subtiel, maar al vrij snel weet hij James met enige dwang opzij te duwen. Meer eten.
Na het eten is Dude meestal een half uurtje rustig. Wanneer ik echter aanstalten maak de keuken in te gaan zorgt hij er uiteraard voor daar eerder aan te komen dan ik. Hij gelooft namelijk dat omdat zijn hele dag in het teken van eten staat, mijn leven waarschijnlijk in het teken staat van het zoeken naar eten voor hem. Hij is niet het slimme katje.
Het moge duidelijk zijn dat ik nooit of te nimmer eten onbeheerd achter kan laten. In het begin onderschatte ik zijn eetlust wel eens. Geloofde ik dat hij bepaalde dingen niet als voedsel zou zien.
Keer op keer bewees hij het tegendeel. Ik weet nog goed dat mijn zusje vol afschuw uitriep: 'Mijn cola? Ik moet zelfs mijn cola verdedigen?'
Ook had ik niet verwacht dat hij de ongekookte rijst met zoveel plezier zou verorberen. Opvallend was de keer dat ik hem aantrof terwijl hij de pan waarin pasta gekookt was leegdronk alsof zijn leven ervan afhing.
Een van de mooiste momenten beleefde ik toen ik een stokbrood dat klaarlag om de oven in te gaan twee seconden mijn rug toekeerde. Hij greep zijn kans en wierp zich met zijn hele lichaam op het stokbrood. Hij was nog klein dus ik greep hem in zijn nekvel en tilde hem van het aanrecht af verwachtend dat hij het stokbrood wel los zou laten. Niets was echter minder waar. Met alle vier zijn pootjes hield hij het ongebakken stokbrood in een soort innige omhelzing en hij weigerde zijn buit op te geven. Grommend verdedigde hij zijn prooi. Met vereende krachten heb ik uiteindelijk het stokbrood in delen uit zijn klauwtjes weten te ontfutselen. Voor consumptie was het niet meer geschikt.
Inmiddels ben ik zeer bedreven in het verstoppen van voedsel. Kastjes zitten met tape dicht na de ochtend dat ik een pak spaghetti in de kattenbak vond en de afwas wordt verdeeld over de oven en de magnetron. 's Nachts blijft hij mooi in de woonkamer, want ik acht de kans niet uitgesloten dat hij in een vlaag van buitenaardse honger anders wel eens bij een van mijn vingerkootjes kan beginnen.


zondag 7 maart 2010

meer sporten

Laatst schreef ik over mijn aversie tegen sporten. En over hoe vriendin K. mij probeerde te enthousiasmeren voor een Israëlische dodelijke vechtsport. Ik haakte af toen bleek dat ik ervoor moest betalen om me in het zweet te werken.

Maar K. gaf zo snel niet op. Ze blijkt er een duidelijke voorkeur voor bijzondere bewegingsvormen op na te houden, want na de Israëlische dodendans kwam ze met de Sunday Dance Class van Elpida Soltani aanzetten. Bij deze lessen zou het erom gaan je lichaam haar vrouwelijke natuur te laten uiten.

Iets heel anders dan Israëlische marteltechnieken dus.

Ik las nog even verder.

(Ik lees me uiteraard van te voren uitvoerig in wanneer ik overweeg een lichamelijke activiteit te ondernemen. Daar mag je niet overhaast toe overgaan.)

De danslessen beloofden mijn heupen te doen ontwaken en mijn welzijn te verlevendigen. Dat kon alvast geen kwaad. Een beetje zweverig, maar ik kon al bijna geloven dat vriendin K. een punt had. Voor de zekerheid las ik toch nog even verder. Mijn oog viel op het woord buikdans. Dat was jammer. Maar ik heb een open geest, dus ik haak niet te snel af.

De laatste zin kon ik echter niet negeren. Ik heb echt geprobeerd me voor deze activiteit open te stellen, maar dit ging te ver. Elpida schrijft: 'Eeuwenlang weten we al dat wanneer vrouwen samenkomen en dansen bevruchting plaatsvindt.' Nou mij niet gezien! Ik wist het niet, wil het niet weten en ik wil zeker niet het risico nemen ineens over negen maanden een klein buikdanseresje te baren!

zaterdag 6 maart 2010

lepel

Onlangs is er een vrouw uit een Bredase gevangenis ontsnapt door met een lepel een tunnel te graven. Vriend F. suggereerde dat de gemeente Amsterdam haar kwaliteiten wellicht in kan huren voor de Noord/Zuidlijn.

maandag 1 maart 2010

enkel

Toen ik tien was heb ik mijn enkel zwaar gekneusd tijdens een zomerse dag in het zwembad. Daar brachten wij elke zonnige dag het liefst door. Met een groep fietsten we tussen de weilanden door naar het buitenbad. Als we geluk hadden werden de weilanden gesproeid en konden we alvast een voorproefje nemen op het verkoelende water.
In het zwembad aangekomen ravotten we de hele dag in het water, lagen we in het gras en kochten we snoepjes aan de bar. Those were the times.
Naast diverse baden, glijbanen en duikplanken was er in het zwembad ook een grote trampoline waarop je in je eentje helemaal uit je dak mocht gaan. Maar dat gebeurde natuurlijk nooit. Er werd altijd met tien kinderen tegelijkertijd gesprongen. Ik heb aan den lijve ondervonden waarom je maar in je eentje mocht...
Enthousiast in de grote drukte springend werd ik langzaam naar de zijkant gedreven en kwam ik jammerlijk met mijn enkel vast te zitten tussen de springveren. Au! Vooral als de overige kinderen nog gewoon door springen.
Snel werd ik een auto ingedragen en naar het ziekenhuis gebracht. Daar bleek de enkel niet gebroken, maar zwaar gekneusd. Wel was er een stukje bot van mijn enkel afgebroken en dat zwerft tot op de dag van vandaag in mijn enkel rond. Officieel wel gebroken, vond ik dus. Het moest ook in het gips, dus dan lijkt het sowieso indrukwekkend.
Bij ons leefde de hele school altijd op als iemand een been in het gips had. Een gipsen been betekende krukken en daar kon je mee spelen. Ik verheugde me er al op! Echter, bleek al snel dat krukken velen malen leuker zijn als ze van iemand anders zijn. En als je je beide benen wel gewoon kunt gebruiken. De lol is er heel snel af als je afhankelijk bent van die krengen. Dan moet je ineens met je armen lopen.
Had ik al verteld dat het warm was? Warmte en gips staan gelijk aan jeuk. Dit stoere gipsen been werd steeds minder aantrekkelijk.
Een volgende desillusie volgde toen bleek dat ik gedurende het schoolreisje, toch het hoogtepunt van het schooljaar, nog aan het gips gekluisterd zou zitten. Helemaal toen ik hoorde waar de reis heenging. De Holterberg. Jawel, je leest het goed. Een berg. Op krukken.
De 'geweldige' reis zou vervolgd worden met een bezoekje aan een kaarsenmakerij en de dag zou afgesloten worden bij een forellenkwekerij. Dit alles was nog wel draaglijk geweest als ik had kunnen lopen. Niet per se leuk, maar wel te doen.
Nu bleek de berg een uitdaging. Bij de kaarsenmakerij bleek ik zittend niet over de rand van de ton met het kaarsvet waarin wij een lont moesten dopen te kunnen kijken. En de speeltuin die naast de forellenkwekerij zat en naar mij lonkte was nu natuurlijk alleen maar pijnlijk.
Het was een dag om nooit te vergeten.